Categorieën
Nieuws

De DSM-IV geeft een verkeerd beeld van depressie

Het hele begrip depressie moet op de helling, concludeert psychiater Didi Rhebergen in haar proefschrift. De huidige DSM biedt geen goed uitgangspunt voor diagnose en behandeling. Zij stelt een ‘stageringsmodel’ voor zoals gebruikelijk is in de oncologie. In de DSM IV wordt onderscheid gemaakt tussen een kortdurende depressieve stoornis en een langdurige dysthyme stoornis. Ook beschouwt het classificatiesysteem angst en depressie als twee verschillende aandoeningen. De nieuwe DSM-5, die mogelijk voorjaar 2013 uitkomt, voegt beide depressieve stoornissen samen en maakt alleen verschil tussen een chronische en een niet-chronische depressie. In een aantal epidemiologische studies onderzocht Rhebergen, die op 1 oktober 2012 aan de Vrije Universiteit promoveert, of deze nieuwe indeling beter is dan de oude. Zo keek ze bij deelnemers aan de Nederlandse Studie naar Depressie en Angst (NESDA) of ze op biologische kenmerken verschilden. Dat bleek niet zo te zijn. Wel hebben patiënten met een langdurige depressie een ander psychologisch profiel: ze zijn neurotischer en minder consciëntieus dan mensen met een kortdurende depressie.
WaardeUit een studie onder 318 Australische patiënten bleek dat ze alleen in de ernst van de depressieve symptomen van elkaar verschilden. En in een kleinere studie van 41 patiënten die allemaal voldeden aan de diagnose dysthyme stoornis, kwam naar voren dat geen van de deelnemende psychiaters die diagnose stelde. Dat roept de vraag op wat de waarde is van de huidige DSM IV classificatie.
Een twee jaar durende beloopstudie onder 804 patiënten van NESDA wees uit dat ze alleen verschilden in ernst en duur van de symptomen. Opvallend was dat meer dan de helft van de mensen die de diagnose dysthyme stoornis of ‘dubbele depressie’  hadden gekregen, anders dan gedacht in de categorie ‘gunstig beloop ‘ vielen. Volgens de huidige DSM hebben die patiënten namelijk een slecht beloop. Onder een dubbele depressie wordt een combinatie van een langdurige en een kortdurende depressie verstaan. Dat doet de vraag rijzen of de huidige DSM wel een goede voorspeller is voor het beloop van een depressie. Nader onderzoek leerde dat een hogere leeftijd, een depressie die vroeg in het leven ontstaat en een introvert karakter wel een slecht beloop voorspelden. Datzelfde geldt voor angst. De DSM-5 stelt voor om ‘paniek’ een belangrijke rol toe te kennen bij alle psychopathologie. In het geval van depressieve stoornissen blijkt dat volgens Rhebergen ook inderdaad te kloppen: paniek is van grote invloed op zowel het ontstaan en het beloop van een depressie als op het dagelijks functioneren van patiënten. Ook overlappen angst en depressie elkaar goeddeels.
De promovenda concludeert dat de huidige DSM classificatie hoognodig aan revisie toe is. In het stageringsmodel waar zij voor pleit, kent een depressie net als kanker meerdere stadia. Bij longkanker kijkt de specialist naar de grootte van de tumor en hoeveel uitzaaiingen er in de lymfeklieren of elders in het lichaam zitten. Dat bepaalt het stadium van de kanker, en zodoende de behandeling en de prognose. Analoog daaraan beslist de psychiater, afhankelijk van de ernst en de duur van de depressieve en angstklachten, hoe te handelen. ‘Zo kunnen we mensen die een groot risico lopen op een slecht beloop eerder identificeren. Daardoor zijn we in staat sneller in te grijpen en voorkomen we dat een depressie chronisch wordt’, aldus Rhebergen.

 

Bron: psy.nl, d.d. 04-10-2012

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.